Wie zelfstandig denken kan, leert van zichzelf en niet van anderen...

Emotorologie

De emotorologie is de verklarende theorie omtrent het ontstaan en de werking van emotors.

De emotorologie gaat uit van de hypothese, dat het geheel van de waarneembare werkelijkheid bestaat uit een zintuiglijk waarneembaar deel en een niet zintuiglijk waarneembaar (intelligibel) deel, dat slechts kenbaar is via de common sense. Zij gaat er tevens vanuit, dat de oorspronkelijke voorwaarden voor het menselijk gedrag (de emotors) gelegen zijn in dit intelligibele deel van de werkelijkheid.

Emotors zijn, naast de hersenen, de noodzakelijke voorwaarden voor menselijk gedrag. 
Voorwaarden die wel kenbaar zijn, maar niet zintuiglijk waarneembaar. Evenals de psyche waarin deze voorwaarden als het ware zijn ‘opgeslagen’.

Kenmerkend voor de emotors is, dat zij in de psyche zijn ‘opgeslagen’ door de natuur of de cultuur. En dat zij door bepaalde omstandigheden ‘geprikkeld’ kunnen worden. Hierbij wordt een aangeboren sensatie opgewekt, die mensen beleven als min of meer onaangenaam.

De aangeboren drang, om dit onaangenaam voelen op te heffen of te voorkomen, zet de mens aan tot actie, het zogenoemde menselijk gedrag.

Wanneer door dit gedrag het onaangenaam voelen wordt opgeheven of voorkomen, dan wordt een eveneens aangeboren sensatie opgewekt, die mensen als min of meer aangenaam beleven.

In de emotorologie zijn alle inzichten in de werkelijkheid verkregen door waarneming met integratie van alle zintuigen, inclusief de common sense. Hierbij is de waarneming vrij van criteria die behoren tot principes van een geloof, overtuiging, wetenschap en andere. Met uitzondering van het principe van oorzaak en gevolg. Een principe dat van de aanname uit gaat, dat al het waarneembare het resultaat is van de evolutie van de Energie in tijd, ruimte en verschijningsvorm. Waarbij de verbanden tussen de waarneembare verschijnselen en gebeurtenissen er al zijn (causale verbanden) en niet gelegd worden door de mens (plausibele verbanden). 


Terug